Terug

In Nederland hebben ongeveer 30.000 mensen ME/CVS. Het komt vaker bij vrouwen voor dan bij mannen. ME/CVS komt ook bij kinderen voor.
Wat betreft het verloop van ME/CVS geeft dr. Charles Shepherd, medisch adviseur van de ME Association in Engeland de volgende prognoses:
• Ongeveer 35% gaat langzaam maar gestaag vooruit. Het herstelproces zal een aantal jaar in beslag nemen. Er is een goede kans dat er (bijna) volledig herstel is.
• Het merendeel, ongeveer 40%, volgt een wisselende koers en heeft te maken met een fluctuerend niveau van lichamelijke en psychische activiteit dat vaak ruim onder het normale niveau ligt. Deze mensen zijn genoodzaakt om hun leven (werk, studie, kinderen) ingrijpend aan te passen
• 20% boekt weinig tot geen vooruitgang en blijft ernstig gehandicapt. Deze groep heeft doorgaans zorg nodig.
• de resterende 5% verslechterd geleidelijk en komt een groot deel van de dag in een rolstoel terecht of wordt bedlegerig. Deze groep heeft veel medische, sociale en emotionele steun nodig.

De oorzaak van de ziekte is nog niet bekend. Er wordt op verschillende wetenschappelijke terreinen onderzoek verricht.
Omdat er nog geen test is wordt de diagnose gesteld door andere ziektes uit te sluiten. Hiervoor is een differentiaal-diagnose opgesteld. Als de symptomen duidelijk wijzen op ME en niet verklaard kunnen worden door een andere ziekte, kan de diagnose gesteld worden.

Omdat er nog geen test is die ME / CVS kan aantonen wordt de diagnose gesteld door andere ziektes uit te sluiten. Hiervoor is een differentiaal-diagnose opgesteld. Als de symptomen duidelijk wijzen op ME en niet verklaard kunnen worden door een andere ziekte, kan de diagnose gesteld worden.

Cardiovasculair Maligniteit
Ziekte van de hartkleppen en claudicatio Ziekte van Hodgkin
   
Endocrien / Metabool Neuromusculair
Ziekte van Addison Multiple Sclerose
Vocht Retentie Syndroom Myasthenia gravis
Hypothyreoïdie Ziekte van Parkinson
Tumor hypofyse  
Thyreotoxicose Zeldzame myopathieën
Haemochromatose Psychiatrisch
Hypercalciëmie Angst + hyperventilatie
Hyponatriëmie Depressie
  Posttraumatische stress stoornis
Gastro-intestinaal  
Coeliakie Somatisatie
Ziekte vanCrohn Ademhaling
Voedselallergie Sarcoïdose
Prikkelbare darm syndroom Tuberculose
   
Haematologisch Reumatologisch
Anemie Fibromyalgie
  Syndroom van Sjögren
Infecties Systematische lupus erythematodes
Brucellose  
Giardia Diversen
Hepatitis B of C Alcohol- of drugsverslaving
HIV Allergieën
Leptospirosis hardjo Organofosfaat pesticiden
Ziekte van Lyme Sick building syndroom
Parvovirus Slaap apnoe
Post-polio syndroom Narcolepsie
Toxocara (kinderen) Verschillende medicijnen
Toxoplasmose  

Er zijn verschillende diagnostische richtlijnen die met name gebruikt worden voor onderzoeksdoeleinden. Dit is helaas geen goede zaak. De richtlijnen zijn niet gelijk aan elkaar waardoor er verschillende onderzoekspopulaties ontstaan. Dit maakt het vergelijken van onderzoeksuitkomsten erg moeilijk.
• De 'Oxford criteria' is verouderd en levert een onnauwkeurige onderzoeksgroep op.
• De 'Australische criteria' wordt meestal alleen door Australische onderzoekers gebruikt en legt vaak een extra nadruk op verstoringen van de cellulaire immuniteit.
• De 'CDC criteria' is oorspronkelijk door de Centres for Disease Control (CDC) ontwikkeld en gepubliceerd in 1988. In december 1994 werd een belangrijke herziening van de CDC criteria gepubliceerd.
• De 'London criteria' is gepubliceerd in 1994 en wordt regelmatig ge-update.
Klik hier voor de verschillende richtlijnen.

Vervolg

 

Sitemap